Verankeren van palletstellingen
Bij palletstellingen/ palletrekken gemonteerd tot en met december 2010 dient elke voetplaat voorzien te zijn van minimaal één deugdelijk anker. Bij palletrekken gemonteerd vanaf januari 2011 dient elke voetplaat met min. 2 ankers aan de vloer verbonden te zijn. Twee ankers per staander is gunstiger i.v.m. het verdraaien/ torderen bij een aanrijding.
In de norm NEN5056 die gekoppeld is aan het Bouwbesluit is opgenomen dat elke staander met 2 ankers verankerd moet worden. NEN 5056 is begin 2011 uitgegeven.
Die geldt dus alleen voor Nederland, dat een verzwaarde eis heeft toegevoegd aan een Europese norm ( zg. A deviatie) Hetgeen volgens de Europese afspraken is toegestaan. Duitsland heeft ook zoiets gedaan.
De reden daarvan is dat men uit veiligheidsoverwegingen vindt dat staanders niet mogen torderen als deze schuin zijn aangereden of verdraaien omdat deze excentrisch zijn verankerd met slechts één anker per voetplaat.
Legbordrekken daarentegen kennen een diepte:hoogte verhouding van 1:4. Dit betekent dat wanneer een legbordrek 50 cm diep is, het tot een systeem hoogte van het bovenste aflegniveau van 200 cm niet verankerd hoeft te worden. Wanneer het rek hoger is zal het verankerd moeten worden aan vloer of wand. Een zogenaamde dubbele rij, mits aan elkaar verbonden, mag als één rek beschouwd worden.